Verhouding kosten producten binnen programma

Financien Naar programmabegroting

Portefeuillehouders: Wethouder Brauer

Wethouder Teeuwen

Wat willen we bereiken?

We willen voor onze huidige en toekomstige inwoners een aantrekkelijke woon- en leefomgeving creëren, zowel qua fysieke voorzieningen als in de kwaliteitsfactoren bodem, lucht en geluid.

IndicatorJR 20152017201820192020
Waardering leefomgeving0,005,005,005,005,00
Gemiddelde score in acht waarderingsklassen (8-schaal) over vier aspecten: woonomgeving, basisvoorzieningen, en plusvoorzieningen (jaarlijks, bureau Louter: enquetes inwoners). Realisatie 2014: cijfer 2011. Streefwaarden: verwachting dat wijkgericht werken tot meer tevredenheid leidt. Realisatie 2015: cijfer nog in bewerking.
Tevredenheid omgevingskwaliteit6,006,006,006,006,00
Gemiddeld rapportcijfer over de aspecten ‘schoon en groen’, ‘onderhoud wegen/paden’ en ‘speelvoorzieningen’ (jaarlijks, stadspeiling). Streefwaarden: aanname dat wijkgericht werken tot meer tevredenheid leidt, echter ook effect versoberingen onderhoud openbare ruimte ingeschat.

Wat gaan we daarvoor doen?

1. Vergunningverlening, -toezicht en handhaving (VTH)

Dit betreft het afhandelen van, toezicht houden op en handhaven van aanvragen en meldingen van omgevingsvergunningen, zowel leges- en niet-leges-gerelateerd, en meldingen op gemeentelijk niveau. Een gedeelte van deze taken wordt uitgevoerd door de Regionale uitvoeringsdienst Limburg-Noord (RUD) waarin Venlo participeert. Intern zetten we het werken met de flitsvergunning voort, omdat aanvragers daarmee sneller antwoord ontvangen. Ook verlenen we vergunningen in het kader van de Wet Bodembescherming, behandelen we verzoeken om subsidie voor restauratie of renovatie van (gemeentelijke) monumenten en verzoeken om planschade, en handelen we klachten en meldingen af die betrekking hebben op de leefomgeving. In het kader van de ambitie om handhaving te reduceren zal oorspronkelijk voor 2017 (en 2018) geplande extra inzet op VTH-taken niet worden gerealiseerd. Tenslotte zullen we in 2017 de KAN-bepaling (ambtelijke welstandsadvisering) verder invulling geven.

2. Planinstrumentarium

Naar verwachting zal de volledige inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet begin 2019 plaatsvinden. In 2017 wordt, zij het in afgeslankte vorm, de in 2015 in nauw overleg met het rijk en vier andere gemeenten gestarte pilot om een gemeentegebiedsdekkend Omgevingsplan op te stellen voortgezet, mede op basis van de door de raad vastgestelde uitgangspuntennotitie en richtinggevende uitspraken. Dit Omgevingsplan vervangt te zijner tijd onder andere bestemmingsplannen. Naast deze pilot wordt in 2017 gewerkt aan de implementatie van de Omgevingswet zelf, zowel voor de 'harde' aspecten (systemen, ICT) als de 'zachte' (cultuurverandering in de organisatie).

3. Groen-, natuur-, landschaps- en watersystemen

Venlo zal samen met partners (regionaal) anticiperen op en benutten van provinciaal en rijksbeleid op het gebied van groen-, natuur-, landschaps- en watersystemen. Dit levert niet alleen een positief effect op de kwaliteit van de leefomgeving op, maar vergroot ook de veiligheid en biedt mogelijkheden om ontwikkelingen in de stad financieel te koppelen aan opgaven van het rijk (Delta-programma, waarin Venlo-West is opgenomen als koploper-project); uitwerking van deze koppeling is afhankelijk van besluitvorming in de rijksbegroting-2016. Begin 2017 leveren we een beleidsnota ‘Groen/Blauw’ ter vaststelling op, als uitwerking van de Ruimtelijke Structuurvisie. Deze zal ‘spelregels’ bevatten inzake het in cocreatie met onze inwoners omgaan met groen en water op buurt- en wijkniveau.

4. Plannen stadsdeelcentra

De stadsdeelcentra Blerick en Tegelen staan onder druk, ondanks forse investeringen in de afgelopen jaren door de gemeente en haar partners. De opwaardering van de centra is hiermee echter niet afgerond. Richtinggevend zijn nu de afronding van het Centrumplan Blerick en het Centrumplan Tegelen, rekening houdend met de kaders van de detailhandelsnota. In 2017 zal het Stadsdeelontwikkelingsplan Blerick, conform het in 2016 gepresenteerde Aanpakdocument, worden uitgerold op het niveau van een strategische gebiedsvisie én op uitvoeringsniveau middels pilots.

5. Milieu en duurzaamheid

Per project brengen we de mogelijkheden voor Cradle to Cradle en duurzame ontwikkeling in beeld. Bovendien werken we de routekaart naar energieneutraliteit uit en voeren we energieprojecten uit. Ook het uitvoeren van milieueffectrapportages (voornamelijk bij grootschalige ingrepen: MER-plicht!) zorgt ervoor dat de duurzaamheid van de stad verbetert. Op basis van de Nota milieuaspecten duurzame ontwikkeling die begin 2017 wordt opgeleverd, worden maatregelen uitgevoerd conform de milieu-gerelateerde doelen en gewenste effecten inzake duurzame ontwikkeling en C2C. Het uitvoeringsplan voor de aanpak van afvalstromen circulair / C2C zullen we verder uitrollen. In 2017 zetten we de in 2015 ingezette accentverschuiving ‘van reguleren naar stimuleren’ voort. Ook wordt de regionale Visie Energie (acht gemeentes Noord-Limburg) als uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan opgeleverd.

Bij alle relevante deelpunten hierboven wordt optimaal het gedachtegoed van C2C als drijvende succesfactor voor sterke steden in de samenleving verspreid, en als innovatief ontwerpprincipe voor zowel gebouwen als gebieden toegepast (zoals bijvoorbeeld C2C in de plannen Kazernekwartier is uitgewerkt), met als doel Venlo met dit thema blijvend als koploper op de kaart te zetten. Het 'C2C-jaar 2017' (zie ook programma 6) kan hieraan een belangrijke impuls geven.