Verhouding kosten producten binnen programma

Financien Naar programmabegroting

Portefeuillehouder: Wethouder Satijn

Wat willen we bereiken?

We willen de ruimtelijke kwaliteit, dat wil zeggen: de esthetische waarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde van gebouwen en deelgebieden in het centrum, versterken door het anders gebruiken of realiseren van gebouwen (vastgoed), openbare ruimte en routes.

IndicatorJR 20152017201820192020
Bekendheid met ontwikkelplannen centrum20,0025,0030,0030,0030,00
Deze indicator geeft weer in hoeverre inwoners van Venlo bekend zijn met de ontwikkelplannen (: grote projecten) in de klassen ‘ja, volledig’ en ‘op hoofdlijnen’ (jaarlijks, stadspeiling). Nieuwe indicator, nulmeting in 2015. Streefcijfers vanaf 2016 op basis van inschatting publiciteit rond stadskantoor, Fort van Venlo, campusontwikkeling.
Waardering ontwikkelplannen centrum7,007,007,007,007,00
Gemiddeld rapportcijfer van inwoners van Venlo over de projecten Q4, Maaswaard, Kazernekwartier, en Museumkwartier, voor zover zij daarmee althans bekend zijn (zie vorige indicator) (jaarlijks, stadspeiling). Nieuwe indicator, nulmeting 2015. Streefcijfers vanaf 2016 op basis van bezoeken aan stadskantoor en effecten investeringen voor Campusontwikkeling, spoor 3.b Faciliteiten.

Wat gaan we daarvoor doen?

1. Multifunctionele majeure projecten

Maaswaard, Q4 en Kazernekwartier zijn majeure projecten en gebiedsontwikkelingen die zich onderscheiden door de combinatie van hun ligging in het stedelijk centrum en de op de specifieke locatie toegesneden integrale mix van meerdere functies (detailhandel, horeca, leisure, cultuur, diensten, wonen). Voor de kadernota-2018 zal de integrale programmering van deze functies binnen de majeure projecten worden geactualiseerd. Voor met name Q4 zullen de resultaten van de werkconferentie vertaald worden in concrete acties. De gebiedsontwikkeling Kazernekwartier zal in het teken staan van de besluitvorming in de raad medio 2016, inclusief de uitwerking van de oeververbinding met de binnenstad. Voor alle majeure projecten geldt dat we gesprekken voor initiatieven in nog niet hard belegde deelgebieden (tenzij onderwerp van revisie) actief zullen voortzetten en toetsen aan de vastgestelde (kwaliteits)criteria. Daarbij zullen aanbevelingen van de nota ‘Venlo als brandpunt van interactie’ en afspraken met de provincie inzake uitwerking van het spoor 3.b ‘Faciliteiten’ van de campusontwikkeling worden meegenomen. Waar daarvoor nog ruimte is zal bij de majeure projecten en gebiedsontwikkelingen de markt maximaal aan zet zijn.

2. Instrumentarium openbare ruimte

In 2015 is het Handboek Openbare Ruimte Binnenstad vastgesteld. Vanaf 2017 passen we de daarin opgenomen waarden en criteria toe op de openbare ruimte in het centrum, volgend op fysieke ingrepen en maatregelen die voortvloeien uit spoor 3.b 'Faciliteiten' van de campusontwikkeling.

3. Uitvoeringsagenda Stedelijk Centrum

Om overall-regie te kunnen voeren op de voorgaande punten, stellen we een integrale uitvoeringsagenda Stedelijk Centrum (rol accountmanager centrum) op waarbij ‘uitnodigingsplanologie’ en het gemeentelijk faciliteren van grote en kleine initiatieven nadrukkelijk centraal staan, conform het gedachtegoed van de Visie Stedelijk Centrum (2012), het coalitieakkoord, de Ruimtelijke Structuurvisie (2014) en de nota ‘Venlo als brandpunt van interactie’.

Voor het overige zullen we vanuit deze doelstelling met andere thematische programma’s (bijvoorbeeld Beheer openbare ruimte en Verkeer en bereikbaarheid) en projecten continu het gesprek voeren met de bril ‘focus op / specifiek aandacht voor’ eisen van ruimtelijke kwaliteit in het centrum. Binnen de majeure projecten krijgen de erfgoedwaarden (cultuurhistorie, archeologie) met prioriteit aandacht, met name in Q4 (overigens grotendeels al belegd) en het Kazernekwartier. Voor het aspect toekomstwaarde zullen de C2C-activiteiten (ondergebracht in het programma Economie) worden ingezet.

De belangrijkste partners waarmee wij deze doelstelling nastreven zijn: Taskforce Binnenstad, ondernemersverenigingen, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, en de provincie Limburg