Verhouding kosten producten binnen programma

Financien Naar programmabegroting

Portefeuillehouder: Wethouder Satijn

Wat willen we bereiken?

Voor het programma Onderwijs en Jeugd is de volgende strategische doelstelling geformuleerd:

Iedereen ontwikkelt zich naar vermogen tot een volwaardig inwoner van onze samenleving.

Deze strategische doelstelling is voor het collegeproduct ‘adequate leeromgeving’ vertaald naar een concretere tactische doelstelling: ‘het behouden en waar nodig versterken van een adequate leeromgeving’.

De ontwikkeling van de resultaten op deze tactische doelstelling wordt gevolgd met de volgende indicator: Actueel Integraal HuisvestingsPlan.

Op dit moment is, in afwachting van de afronding van het onderzoek door de schoolbesturen voor primair onderwijs naar de mogelijkheid tot doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting, geen Integraal HuisvestingsPlan opgesteld.

IndicatorJR 20152017201820192020
Actueel Integraal HuisvestingsPlan (jaarlijkse herijking)0,001,000,000,000,00
De waarde van 1,00 voor deze indicator betekent dat er in 2017 een herijkt integraal huisvestingsplan wordt opgesteld.

Wat gaan we daarvoor doen?

Huisvesting

Het opstellen van een strategisch onderwijshuisvestingsplan (een Integraal HuisvestingsPlan (IHP) waarin ook de strategische keuzes van de schoolbesturen worden ‘meegenomen’) om per stadsdeel te komen tot een toekomstbestendige onderwijshuisvesting. Het plan zal in overleg met de gezamenlijke schoolbesturen primair onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs worden opgesteld. Doordecentralisatie van huisvestingsmiddelen is een optie die in het kader van het strategische huisvestingsplan wordt meegenomen.

Invulling van de Wet passend onderwijs zal ertoe moeten leiden dat meer leerlingen thuisnabij passend onderwijs gaan volgen. Scholen hebben het afgelopen jaar veel aan structuren gewerkt en kennis opgedaan. De daadwerkelijke effecten van passend onderwijs moeten de komende jaren vorm en inhoud krijgen en meewegen in het strategisch onderwijshuisvestingsplan.

Het voortgezet onderwijs heeft de komende jaren te maken met een gestage krimp qua leerlingenaantallen. Hoewel de gemeente de huisvesting (en de middelen) van het voortgezet onderwijs heeft doorgedecentraliseerd, wordt deze ontwikkeling en de consequenties daarvan nauwlettend gevolgd.

Vanaf 2015 heeft er een wezenlijke wijziging in onze verantwoordelijkheid op het gebied van huisvesting plaatsgevonden. Voor wat betreft het primair onderwijs beperkt de gemeentelijke huisvestingsplicht zich tot nieuwbouw, uitbreiding, ingebruikneming, verplaatsing, eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair, medegebruik en herstel/vervanging van schade ingeval van bijzondere omstandigheden. De gewijzigde verantwoordelijkheid dient behalve in de onderwijswetgeving ook tot uitdrukking te komen in een aanpassing van de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Venlo 2010’. De VNG heeft deze wetswijziging gebruikt om de modelverordening tekstueel te herzien en waar mogelijk te dereguleren en te vereenvoudigen. Zodra het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met de schoolbesturen voor primair onderwijs is afgerond, zullen wij de nieuwe verordening aan u ter vaststelling voorleggen.

Er doet zich echter een aantal onderwijshuisvestingsvraagstukken voor dat rechtstreeks onze wettelijke zorgplicht raakt en dat niet kan wachten op het strategische onderwijshuisvestingsplan zoals dat momenteel in ontwikkeling is. Voor deze huisvestingsvraagstukken worden u al in de tweede helft van 2016 separaat voorstellen gedaan. In dit kader is ook de besluitvorming ten aanzien van MFA Op d'n Berg van belang. Op basis van de actualiteit zal een nieuw scenario worden ontwikkeld waarin naast onderwijshuisvesting en huisvesting bewegingsonderwijs ook de huisvesting van het concept Huis van de Wijk wordt betrokken. In dit scenario zullen het financiële plaatje en de gevolgen voor gemeente en toekomstige gebruikers (exploitatie) in beeld worden gebracht. Het uitgewerkte scenario wordt onderdeel van de integrale afweging bij de begroting 2018-2021

Onderwijshuisvesting schakelklassen

Op het gebied van het primair onderwijs is de huidige lijn om de statushouders binnen bestaande schoollocaties te integreren en te huisvesten. Dit natuurlijk in nauw overleg met de desbetreffende schoolbesturen. Prolongatie van deze lijn is afhankelijk van de hoeveelheid leerlingen. Tot op heden ontbreekt echter een ‘sluitende’ rijksfinanciering. Daarom moeten er aanvullende afspraken gemaakt worden met onderwijsbesturen om het onderwijs zodanig te faciliteren en te organiseren dat hun bedrijfsvoering niet in het geding komt.

Binnen het voortgezet onderwijs leidt de hoeveelheid leerlingen (AZC, statushouders en vanuit MOE-landen) tot knelpunten in het organiseren van het onderwijs en de hiervoor noodzakelijke onderwijshuisvesting.

In Venlo (Valuascollege) is een Internationale Schakel Klas-voorziening (ISK) ingericht die voortgezet onderwijs biedt aan niet-Nederlandstalige kinderen uit de Noord-Limburgse gemeenten (capaciteit 8 groepen van 18 leerlingen). Ook kinderen uit Venray en Horst (55-60 leerlingen) gaan naar de ISK- voorziening in Venlo. Vanwege de heropening van het AZC in Venlo, de geprognosticeerde instroom van statushouders in de regio en de opening van een AZC-locatie in Blitterswijck heeft deze school in 2016 haar grenzen qua capaciteit bereikt. Dit is zichtbaar geworden middels de ontstane wachtlijsten. Dit brengt de noodzaak met zich mee om een tweede ISK-voorziening te openen in noordelijk Noord-Limburg (gemeenten Horst a/d Maas en/of Venray).

De geplande nieuwe ISK-voorziening moet structureel een oplossing bieden voor het capaciteitsprobleem en een plek bieden aan de kinderen van het AZC Blitterswijck, alsmede de kinderen van statushouders/arbeidsmigranten uit Horst en Venray. Tegelijkertijd kan hierdoor in Venlo ruimte worden gemaakt voor leerlingen uit Venlo en Peel en Maas. De geplande capaciteitsuitbreiding zal niet alle problemen (afhankelijk van de hoeveelheid leerlingen in Venlo) oplossen; er zal rekening gehouden moeten worden met een semi-permanente capaciteitsuitbreiding in aanvulling op de Venlose ISK-voorziening en de tweede ISK-voorziening in noordelijk Noord-Limburg.

Bewegingsonderwijs

Het faciliteren van bewegingsonderwijs is een specifiek onderdeel van onze verantwoordelijkheid op het terrein van onderwijshuisvesting. Via deze verantwoordelijkheid wordt een belangrijk deel van de sportinfrastructuur mede bekostigd (relatie met programma 7 Sport- en Cultuurbevordering).

Vanaf 2016 wordt aandacht besteed aan de ambitie om ieder kind 3 uur per week bewegingsonderwijs aan te bieden (wens van het rijk). Hier ligt een belangrijke relatie tussen sport, onderwijs en preventief jeugdbeleid. Bewegen op school wordt in een bredere context geplaatst. Met name ten aanzien van het vergroten van de weerbaarheid van jeugdigen, de overgang van primair - naar voortgezet onderwijs, het voorkomen van pestgedrag en het bevorderen van een gezonde leefstijl (voorkomen van overgewicht, Jongeren Op Gezond Gewicht).

Leerlingenvervoer

De Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra maken de gemeente verantwoordelijk om vervoer te (laten) organiseren voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Dit is verankerd in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Venlo.

Binnen de nieuwe Europese aanbesteding van het leerlingenvervoer (1 augustus 2017) staat het bevorderen van de zelfredzaamheid van jongeren centraal. De gemeentelijke verordening leerlingenvervoer zal hierop worden aangepast, waarbij ook het aanpassen van de zogenoemde kilometergrens voor het speciaal basisonderwijs wordt bezien. Vanaf schooljaar 2017-2018 wordt als gevolg van de voorgenomen verplaatsing van de Islamitische basisschool en het verhogen van de kilometergrens voor speciaal basisonderwijs een structurele besparing van jaarlijks € 151.000 beoogd.

In 2015 zijn we gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden om in regionaal verband synergievoordelen te behalen door de combinatie van leerlingenvervoer en vervoersvoorzieningen die zijn gebaseerd op de Wet maatschappelijk ondersteuning 2015 en de Jeugdwet. De Noord-Limburgse gemeenten (m.u.v. Mook en Middelaar) hebben zich uitgesproken om te komen tot één gezamenlijke innovatieve aanpak c.q. te werken aan een Noord-Limburgse Europese aanbesteding voor het leerlingenvervoer. Dit met het oog op de implementatie van het leerlingenvervoer in het doelgroepenvervoer per 1 augustus 2020. Middels een gezamenlijke aanpak kunnen ook maximale synergievoordelen behaald worden.

Op dit moment hebben wij nog geen zicht op het aantal statushouders dat in Venlo wordt gehuisvest en de achtergrond en de samentelling van deze groep. Daarom kan er ook nog geen inschatting worden gemaakt van het aantal schakelklassen dat noodzakelijk is en kan er nog geen reële raming worden gemaakt van de vervoerskosten die hieraan zijn verbonden.